Wet verontreiniging oppervlaktewateren
Artikel 8
1
Indien een vergunning wordt gevraagd of indien wordt overwogen een verleende vergunning te wijzigen of in te trekken en het orgaan dat bevoegd is terzake te beslissen, het wenselijk acht, dat de handeling waartoe de vergunning is vereist of is verleend, verricht wordt in een oppervlaktewater ten aanzien waarvan een orgaan van een ander openbaar lichaam bevoegd is, wordt zij verleend, geweigerd, gewijzigd of ingetrokken na overleg tussen beide organen.
2
Indien het in het eerste lid bedoelde overleg niet tot overeenstemming leidt, wordt de aanvrage om vergunning geacht mede te zijn ingediend bij het andere daarbij betrokken openbaar lichaam. Het orgaan van dat andere openbaar lichaam beslist eveneens op de aanvrage.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BJ5326, Eerste aanleg - enkelvoudig, 07/1980
Rechtsoort
Belasting
Datum uitspraak
07-08-2009
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Rechtbank BredaZolang de aanslag verontreinigingsheffing oppervlaktewateren nog niet onherroepelijk vaststaat acht de rechtbank het mogelijk dat ondanks dat belanghebbende bemeten en bemonsterd heeft, alsnog het forfaitaire systeem van artikel 22 Wet verontreiniging oppervlaktewateren kan worden toegepast.